Je kent het wel. Je stapt het examenlokaal buiten en met je vrienden sta je lichtjes overspannen de (vaak aartsmoeilijke) examenvragen te overlopen. Als je hetzelfde antwoord hebt, ben je gelukkig, is het antwoord verschillend, dan ben je in paniek. Menig student haalt op dat moment, uit een zekere drang naar zekerheid, zijn studieboeken boven. Wiens antwoord met de cursus overeenstemt, mag zichzelf gelukkig prijzen. Toch is het vooral wachten op de resultatenlijst: de bron van absolute zekerheid.

Misschien ben je geslaagd, waarvoor ik je van harte feliciteer, maar de overgrote meerderheid van de studenten is vaak gewoon gebuisd. Net voor die studenten schrijf ik deze blog. Het probleem is immers niet dat je gebuisd bent, dat overkomt iedereen wel eens, maar dat gebuisd zijn drastische gevolgen heeft. Je bent immers gebuisd: je “buizen” bepaalt je identiteit. En als dat al niet alarmerend genoeg is, wordt “buizen” bovendien een begrip waarmee we ook de identiteit van anderen inkleuren.

Wat je eigen identiteit betreft, stel ik je gerust: je bent helemaal niet gebuisd. Niemand is gebuisd.

Is er dan geen probleem? Jawel, dat je een buis hebt, maar dat is iets helemaal anders. Je buis is niet een soort fatalistisch gegeven, maar iets waarin je zelf verandering kunt brengen. Een opportuniteit die je de mogelijkheid geeft om een oplossing te zoeken: heb je de juiste studiekeuze gemaakt? Ben je op tijd begonnen met je voorbereiding? Heb je nood aan bijles om de leerstof beter te begrijpen? Studeer je wel met voldoende passie?

Het is vooral bij die laatste vraag dat het schoentje knelt: wees passioneel in wat je doet! Er is in het leven immers niets zo nutteloos als een ongepassioneerd “slager” te zijn. Vanuit die optiek, zou iedereen beter een gepassioneerd “buizer” zijn. Het belangrijkste is dan ook dat je uit je studie haalt wat voor jou het belangrijkste is, wat voor jou interessant is. Je hoeft heus niet voor alle vragen alle punten te scoren, zolang je maar vurig en scherp kan zijn in je antwoorden en dat je door je studie ook als persoon enorme stappen kan zetten.

Dezelfde redenering geldt bovendien ook voor de identiteit van anderen. Het is zo dat iemand met een 9 op 20 vaak geportretteerd wordt als iemand lui, ongestructureerd of kortom onverstandig. Terwijl iemand met een 16 op 20 als interessant en “geniaal” wordt aanzien. De queeste die de “gebuisde” nu te wachten staat is een queeste naar erkenning: we willen immers liever geniaal en interessant zijn, wat natuurlijk volstrekt verstaanbaar is.

Punten zijn dan ook al lang niet meer een kwestie van studie-efficiëntie: ze kleven aan ons vast en steken ons in hokjes. Wie tot het hokje “interessant en geniaal” behoort, heeft geen recht tot klagen. En de vertegenwoordigers van de “luierikken en slordige vossen”, die durven niet klagen. De angst voor het oordeel van de ander is overheersend en doet verstarren. De buizers blijven gebuisd en de geslaagden blijven geslaagd. En dat kan allerminst de bedoeling zijn.

Kortom, we zijn verkeerd bezig (of beter: we doen iets verkeerd): als “gebuisde” moeten we immers niet streven naar goede punten voor de erkenning van de ander, noch moeten we als “geslaagde” een soort geprivilegieerde positie innemen. Kijken naar jezelf, dat is de sleutel, en elke dag een stap vooruit. We moeten en kunnen immers alleen onszelf verbeteren, en dat zullen we doen ook.

Tot welk hokje we behoren mag dan ook niet afhangen van je resultaten. Studeren is zoeken en in die zoektocht zijn je punten slechts wegwijzers die je voor jezelf tonen of je op de juiste of op de goede weg zit. Het belangrijkste is echter dat je op de weg zit. Nu moet je vooral op die weg vooruitgaan.