Rechten is van buiten studeren” is een slagzin die traditioneel met de rechtenstudie wordt geassocieerd. Menig student focust zich bijgevolg op zijn cursus (of beter: zijn samenvatting) en leert woord voor woord wat daarin staat. Eenmaal op het examen wordt dan een definitie gevraagd van een rechtsterm waarbij de rechtenstudent in zichzelf denkt: “Oei, dat woord, dat ben ik juist vergeten.”

Wel, natuurlijk ben je dat woord vergeten. Iedereen vergeet wel eens iets. En een cursus van 700+ bladzijden maakt het je beslist ook niet gemakkelijker. De truc is dus niet om alles vanbuiten te leren, maar om zaken terug weten te vinden. Niet in je cursus, want die heb je niet mee op je examen, maar in je codex.

“Rechten is dus: je codex gebruiken”. Zover zijn we al. Concrete oplossingen zoeken voor (laten we eerlijk zijn) vaak veel te abstracte vragen. De volgende keer wanneer een rechtsterm wordt gevraagd op je examen, doorzoek je dus in eerste instantie je codex. De kans is vrij groot dat je daarin het antwoord zal terugvinden.

Staat alles dan in de codex? Neen, natuurlijk niet. Anders was je cursus je codex geweest (of omgekeerd). Je cursus dient om wat in je codex staat te begrijpen, en te kunnen plaatsen in een ruimere context.

Een vraag die de cursus echter onbeantwoord laat, is hoe je als student dan in hemelsnaam (niet) met je codex moet werken. Hier alvast enkele tips van een ex-rechtenstudent.

1. Bekijk je inhoudstafel

De inhoudstafel geeft een overzicht van de structuur van je codex. Het geeft de verschillende rubrieken weer en bevat enkele noties die je in staat moeten stellen om de vraag niet alleen in je codex, maar ook ergens in je cursus te kunnen situeren.

2. Breng kleur in je codex

Kleur in het leven brengen, dat kunnen we als de beste. In onze codex gaat het echter plotseling een stuk minder gemakkelijk. Gebruik kleuren om van je codex een werkinstrument te maken ! Zo kan het bijvoorbeeld handig zijn om rood te gebruiken bij uitzonderingen, kernwoorden ter arceren met geel en de artikelen waar de professor meermaals in de les heeft naar verwezen, te omkaderen.

Maak er geen kleurboek van, maar zorg ervoor dat hoofd en bijzaak duidelijk van elkaar kunnen onderscheiden worden (zie afbeelding*).

*Eerste afbeelding = kleurboek

3. Kruisverwijzingen

Een wetsartikel is zelden een op zichzelf staand geheel. Vaak dient een artikel te worden begrepen in het licht van een ander artikel dat daar een onoverkomelijke eenheid mee vormt. Kruisverwijzingen kunnen je helpen om die eenheid niet uit het oog te verliezen!

4. Alfabetisch register

Tot slot kent de studentencodex op het einde een alfabetisch register. Hierin worden de belangrijkste rechtsnoties opgesomd met hun corresponderend artikelnummer. De volgende keer dat je de definitie van een “Handelaar” bent vergeten, kijk eens bij de “H”.

Rechten is vanbuiten studeren? Ik dacht het niet!